De beleving van ... een Koning

© annemarie hoogwoud fotografie

Het hele land is in rep en roer. We krijgen een koning na drie koninginnen. Er is en wordt veel gesproken over de rol van de Koning. Zij of hij is het staatshoofd en heeft ook een symbolische functie. De Koning heeft bovendien een verbindende rol als staatshoofd. Als we er zo naar kijken dan dient zich bij mij de vraag aan, wat betekent het dat we nu een man als Koning krijgen als opvolger van drie vrouwen als koning.

Is er weer behoefte aan mannelijke energie of is het juist dat de mannelijke energie in de samenleving wordt onderdrukt, waardoor het nodig is dat we de mannelijke energie in de vorm van de Koning als voorbeeld nodig hebben omdat we deze mannelijke energie zelf in het verdomhoekje hebben gezet? Mannelijke energie is vooral een scheppende, richtinggevende energie. Het is naar buitengericht. Vrouwelijke energie is een op vorm gerichte energie, een ‘zijnsenergie’. Het is naar binnen gericht. Mannen en vrouwen hebben beiden zowel vrouwelijke als mannelijke energie.

Kunnen we de man als Koning plaatsen in de veranderingen die zo voelbaar zijn. Veranderingen als vervolg op alle crises die zich aan ons voltrekken en waar we zo’n genoeg van hebben. Veranderingen omdat we het gedrag van banken, multinationals en overheid niet meer tolereren. En als we die veranderingen daadwerkelijk in gang willen houden hebben we de mannelijke energie nodig. De energie van een vooruitziende blik, de energie van een toekomstbeeld, de energie van een gezamenlijke visie. Mannelijke energie is nodig om vooruit te kijken en dat is inderdaad wat ik zie dat er nu ontbreekt. De maatregelen die momenteel worden genomen kenmerken zich door meer controle in plaats van creatie. Want creatie vraagt het nemen van risico. Er ontbreekt een lange termijn visie. Korte termijn resultaten is waar de instanties, die ik hiervoor noemde, op zijn gericht. Er lijkt geen plaats meer te zijn voor dromen waar je je met hart en ziel voor kunt inzetten. Voor dromen over een goede en schone wereld. Daar willen we ons diep in ons hart toch allemaal voor inzetten.

Ons toekomstbeeld hebben we verloren in onze doenerigheid.

Ik vroeg ooit eens aan drie metselaars waar ze mee bezig waren.

De eerste antwoordde: “ik metsel stenen op elkaar”.

De tweede antwoordde: “ik verdien geld om mijn gezin en mijzelf te onderhouden.”

De derde antwoordde: “ik bouw een kathedraal.”

Waarmee wilt u bezig zijn?